Inmiddels is deze scriptie in boekvorm verschenen. U kunt het bestellen als onderdeel van de complete set uitmakend.
Voorwoord
'Land van weemoed en van liefde', met die woorden drukte de romanschrijver Cyriel Buysse ooit zijn genegenheid uit voor het land van zijn geboorte, het 'teer aangebeden land' van 'Moeder-Vlaanderen'. Zijn gevoelige woorden neem ik graag over, om ze te gebruiken als titel van deze scriptie, omdat ze zo toepasselijk zijn op alles wat hierin te lezen staat. Want in deze verhandeling over Vlaamse literatuur in de negentiende eeuw komen verhalen en romans ter sprake die liefde en weemoed tot uitdrukking brengen, dat wil zeggen: veel weemoed, veel verdriet, veel menselijk leed en een heel klein beetje liefde.
      Liefde bloeit op in het unieke verhaal Ernest Staas van Anton Bergmann, de veel te jong gestorven schrijver uit Lier, die zich aan zijn lezers presenteerde onder de schrijversnaam Tony. Dit poëtisch-realistische relaas over het leven van de schrijver zelf is - voor mij althans - de parel uit de Vlaamse letteren van de negentiende eeuw. Het boek Ernest Staas is zo sprankelend geschreven en zo beminnelijk van toon, dat het iedere liefhebber van literatuur voor zich kan innemen.
      Met het schaamrood tot achter mijn oren moet ik hier bekennen dat ik het werk van Bergmann pas in 1995 voor het eerst heb gelezen. Jarenlang zag ik het staan in de bibliotheek van onze school, maar ik nam nooit de moeite om er eens een blik in te werpen en spoorde nooit iemand ertoe aan om het eens te lezen. Een klein onderdeel van het boek kende ik wel, doordat het een plaats had gekregen in verschillende schoolbloemlezingen waarmee ik werkte. Dat onderdeel was het hoofdstuk uit Ernest Staas dat een rechtsgeding beschrijft waarin twee volksvrouwen als hoofdpersonen optreden: 'Het Openbaar Ministerie tegen Plus en Stuyck'. Het is een komische geschiedenis, met veel verve beschreven, maar ze heeft nooit bij mij de behoefte gewekt om het boek in zijn geheel te gaan lezen. Achteraf vind ik dat eigenlijk wel begrijpelijk, want het verhaal over Plus en Stuyck is, naar mijn gevoel, niet zo bijzonder typerend voor de schrijver Bergmann en het geeft in ieder geval een vertekend beeld van zijn boek. Misschien is het wel goed dat ik nu pas met Ernest, en zijn geliefde Bertha, heb kennis gemaakt, want dankzij de vertraging heb ik intens van hun levensgeschiedenis genoten. Ik heb Bergmann voor mijn gevoel volledig gerehabiliteerd. Van zijn boek heb ik inmiddels vier exemplaren in mijn boekenkast staan en ik zal die blijven koesteren als een dierbaar bezit.
      Het merendeel van de hierna volgende bladzijden is gewijd aan verhalen en romans die niet de liefde, maar veeleer de liefdeloosheid tot onderwerp hebben en daardoor een mistroostiger en vaak rauwer karakter dragen. Ze belichten de schaduwzijden van de Vlaamse samenleving: troosteloze armoede, sociaal onrecht, morele verwording en verbitterde strijd.
      Opvallend veel aandacht krijgt de schoolstrijd van 1879 tot 1884, die niet alleen Vlaanderen in beroering bracht, maar ook in de andere delen van België verwarring, verbijstering en veel leed teweegbracht. Virginie Loveling beschreef de schoolstrijd in haar roman Sophie uit 1885; Reimond Stijns, geassisteerd door Isidoor Teirlinck, bracht die al een jaar eerder ter sprake in zijn roman Arm Vlaanderen (1884).
      De bittere armoede en de grove willekeur van de sociaal-economische machthebbers wordt beschreven door Joanna D. Courtmans-Berchmans, een krachtdadige onderwijsvrouw met vooruitstrevende ideeën, die zich door niemand op haar kop liet zitten. Ze nam moedig stelling tegen misstanden in het onderwijs die een verkapte vorm van kinderarbeid mogelijk maakten. Haar leven was vervuld van strijd. Toch hebben de romans van Joanna Courtmans-Berchmans nog iets romantisch-liefelijks, doordat zij stellig geloofde in de menselijke goedheid. Tegenover de harteloze uitbuiters die in haar romans optreden, staan edelmoedige figuren, die het voor de economisch zwakkeren opnemen en die - voor deze schrijfster was dat blijkbaar nog van wezenlijk belang - ervoor zorgen dat de droevige verhalen toch nog goed aflopen.
      Veel schrijnender en zelfs uitgesproken wrang zijn de zogeheten 'naturalistische' romans, die tegen het einde van de negentiende eeuw ontstonden: Hard Labeur van Reimond Stijns, De biezenstekker en Het recht van den sterkste van Cyriel Buysse en de zwartgallige roman De last van gustaaf Vermeersch. In deze boeken worden de minder fraaie kanten van de samenleving zonder terughoudendheid beschreven, hard, direct en onverbiddelijk. Daarmee wordt het realisme ten top gedreven en de toon gezet voor de literatuur van de twintigste eeuw.

Roermond, februari 1996
Inhoud Land van weemoed en liefde

Hoofdstuk 1: Poëtisch realisme
Anton (Tony) Bergmann (1835-1874)

Hoofdstuk 2: Een 'vrijdenkster' uit Nevele
Virginie Loveling (1836-1923)

Hoofdstuk 3: Politieke romans I - Een sociaal plan
Joanna Courtmans-Berchmans (1811-1890)

Hoofdstuk 4: Politieke romans II - De schoolstrijd in België
Over de roman 'Sophie' (Virginie Loveling)

Hoofdstuk 5: Het recht van de waarheid

Hoofdstuk 6: Hard Labeur
Over de roman 'Hard Labeur' (Reimond Steins)

Hoofdstuk 7: Hard realisme
Reimond Steins (1850-1905)
Isidoor Teirlink (1851-1934)

Hoofdstuk 8: Naturalisme
Cyriel Buysse (1859-1932)

Hoofdstuk 9: Sociaal-realisme
Over 'Het Gezin Van Paemel' (Cyriel Buysse)

Hoofdstuk 10: De somberste naturalist
Gustaaf Vermeersch (1877-1924)

Literatuurlijst